‘Onzekerheid is funest voor een boer, dat moet echt anders’, zegt akkerbouwtopman Dirk de Lugt (60). Hij hoopt dat het nieuwe kabinet doorpakt met een heldere visie op ruimtelijk gebruik. De akkerbouwer zat in de initiatiefgroep Regie op Ruimte die de regering aanbevelingen deed.

Een brede initiatiefgroep van boeren, natuurorganisaties, wetenschappers en topmensen uit het bedrijfsleven deed het demissionaire kabinet dit voorjaar aanbevelingen om
knelpunten op gebied van natuur, landbouw en economie op te lossen. Dirk de Lugt was een van de motors van de groep, onder leiding van voormalig landbouwminister Cees Veerman. De Lugt is akkerbouwer op Texel, voorzitter van de raad van beheer van
coöperatie Cosun én de Brancheorganisatie Akkerbouw.

Wat voor oplossing bepleiten jullie?

‘In 2008 is de Deltacommissie Water ingesteld. Een langjarige aanpak om de hoogwaterbescherming en zoetwatervoorziening in Nederland voor de komende honderd jaar goed te regelen. Zo’n soort Deltacommissie willen we ook voor de landbouw. Het gevecht om de schaarse ruimte tussen woningbouw, natuur, landbouw en duurzame energie wordt nu beslecht door provinciale willekeur en de dikste beurs. Dat schreeuwt om een duidelijk plan met strakke regie. De oproep is: regisseer de grote lijn vanuit Den Haag, maar vul de gedetailleerde inkleuring in met partijen in het gebied zelf.’

Wat betekent dat concreet voor boerenbedrijven?

‘Ieder gebied kent zijn eigen dynamiek en specifieke opgave. Een bedrijf kiest voor nevenactiviteiten, schaalvergroting of doorontwikkeling en anderen werken samen met natuurcontracten. Deze zaken moeten naast elkaar kunnen bestaan. Daarnaast komt in sommige gebieden agrarische bebouwing vrij; dat vraagt ook om oplossingen per gebied. Dit vraagt van de overheid stevige uitvoeringskracht waarin geïnvesteerd moet worden en
waar bezuinigingen niet op hun plaats zijn. Aanbevelingen van ons zijn: een lange termijnaanpak per gebied, een stikstoffonds voor doelgerichte maatregelen nabij Natura 2000-gebieden, een grondfonds om bedrijven te extensiveren en een borgstellingsfonds
om boeren te ondersteunen bij verduurzaming van hun bedrijf.’

Dat kost miljarden. Hoe en wie gaat dit financieren?

‘Net als voor de Deltawerken moet er een speciaal fonds komen waarin de staat jaarlijks geld stort. Met dit geld kunnen gebiedsgerichte plannen worden gemaakt om boeren warm te laten stoppen, uit te plaatsen naar gebieden waar landbouw als hoofdactiviteit is aangemerkt of te helpen om te schakelen naar een extensievere bedrijfsvoering of verbreding. Wij schatten in dat hier jaarlijks € 1,5 tot 2 miljard voor nodig is. Nuttige diensten aan de maatschappij, zoals behoud van natuur en biodiversiteit, moeten
in de extensievere landbouwgebieden nieuwe verdienmodellen worden voor de boer.’

Betekent dit dat we de richting op gaan van minder vee en de hoogproductieve landbouw die zich vooral concentreert in de kustgebieden?

‘Onze oproep is dat het kabinet een plan maakt dat de basis legt voor een breed gedragen nationaal ruimte- en landbouwakkoord waarin gezonde bodems, een gevarieerd landschap en biodiversiteit voorop staan. Daarin is absoluut plaats voor een sterke en gezonde landbouwsector. Minder vee is uiteraard geen doel op zich. Dat de hoogproductieve landbouw zich meer concentreert op de beste gronden en boeren rond natuur- en veenweidegebieden extensiever worden, lijkt de logische richting.’

Niet iedereen zal u en andere betrokkenen deze oproep in dank afnemen.

‘Op onderdelen zal altijd discussie zijn. Het belangrijkste is dat oplossingen worden aangereikt in de aanhoudende strijd om ruimte en dat het boeren duidelijkheid geeft. Nu verkeren ondernemers in onzekerheid, wachten ze met investeren, is er schaduwwerking,
onrust. Duidelijkheid zal hier en daar hard zijn. Niet alles kan overal meer. Maar ondernemers weten dan waar ze aan toe zijn en kunnen daar keuzes op maken. Daarbij horen ruimschootse financiële middelen voor uitkoop, verandering of verplaatsing.’

Er zijn ook boeren die überhaupt niet begrijpen waarom er iets moet gebeuren.

‘Je kunt niet doen of er niks aan de hand is. Juist door het initiatief te nemen, proberen we zoveel mogelijk landbouwgrond te behouden en innovatie nadrukkelijker op de agenda te krijgen. Feit is dat er verschillende grote vraagstukken zijn die om een oplossing vragen.
Willen we met onze landbouw top van de wereld blijven, dan moeten we de opgaves die erbij horen ook goed gaan managen. Dat betekent keihard werken aan maatschappelijke relevantie.’

Minister Schouten heeft het over een periode van tien jaar.

‘Zo snel krijg je dat niet voor elkaar. Wij denken dat je hiervoor een periode van zeker 20 jaar moet uittrekken. Ik vind wel dat we daarin ook echt wat van de overheid mogen verwachten.’

Hoe bedoelt u dat?

‘De uitdaging is gigantisch. De grondstofkosten nemen enorm toe, de omvang van de productie niet, laat staan het verdienvermogen. Maar wij boeren moeten wel even dealen met de Green Deal, met Farm to Fork, fors terug in chemische middelen en kunstmest.
Deze grote uitdagingen vragen tijd en een stevige helpende hand. In financiële ondersteuning, maar ook in het geven van ruimte aan nieuwe veredelingstechnieken of aan het sneller toelaten van groene gewasbeschermingsmiddelen.’

Ondertussen gaat de innovatie in uw sector volop door.

‘Daar ben ik erg trots op. Bij de Cosun Beet Company in Dinteloord lanceerden we onlangs het eerste boek van bietenpapier. De suikerbiet vormt inmiddels de basis voor ruim 130 producten. Delen van de biet gaan inmiddels in bijna elk product dat je kunt bedenken: van bioplastics tot cosmetica en van invriesmiddel voor Covid-19-vaccins tot verfproducten. De ambitie is om daarin verder te groeien. We kunnen een grote bijdrage leveren aan de zo
gewenste circulaire economie.’

Welke trends ziet u? En zitten daar ook gamechangers tussen die het speelveld blijvend gaan veranderen?

‘Gezondheid is een duidelijke trend, net als de opkomst van korte ketens. Ik zie steeds meer akkerbouwers die iets doen met lokale verkoop. Maar als grote gamechanger zie ik precisielandbouw, in combinatie met digitalisering. Daar worden echt wat stappen in
gemaakt. Ik denk dat we met die ontwikkeling nog 60% in chemie kunnen reduceren, met behoud van een gezond gewas.’

Welke tip zou u de melkveehouders en akkerbouwers voor 2022 willen meegeven?

‘Probeer als boeren ondanks de soms grote individuele verschillen toch samen op te trekken. Dan kom je veel sneller ergens. Nu is het allemaal tegen elkaar. Is er onbegrip jegens elkaar, geen dialoog meer. Terwijl we in de basis toch allemaal hetzelfde belang hebben: een gezonde en bloeiende agrosector in Nederland. Maar ik ben ervan overtuigd dat de jonge boeren dit oppakken. Zoals onze generatie dat 35 jaar geleden deed. Het komt goed.’

De lichten van de vuurtoren helpen schepen om te zien waar het land is. Zo hoopt Dirk de Lugt met de aanbevelingen in Regie op Ruimte boeren zicht op toekomst te geven. Foto: Evalien Weterings


Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in Agrarisch Magazine 2022. Dit werd vanaf 30 december 2021 verspreid onder melkveehouders en akkerbouwers in Noord-Nederland.

Vorig artikelWerom krije boeren eins Europeaske subsydsje?
Volgend artikelStaghouwer kin fuort oan de bak; derogatie stiet wer op de tocht