Akkerbouwer Klaas Jan Jensma in het Friese Hijum maakt sinds een paar jaar gebruik van het online registratieprogramma Farm24. Jensma gelooft in de kracht van data om zijn bedrijf vooruit te helpen. ‘Met minder input meer opbrengst genereren, dat is het doel.’
Meten is weten. Dat hoef je de Friese akkerbouwer Klaas Jan Jensma niet uit te leggen. Er ontgaat hem maar weinig. Iedere week maakt hij een rondje langs zijn percelen om de stand van de gewassen bij te houden en vast te leggen. In de laadbak van zijn imposante Chevrolet pick-up (550 pk) – een recent cadeautje aan zichzelf – bewaart hij een kleine doe-het-zelf-kit voor monsternames. Jensma tovert onder andere een aardappelgreep, een emmer, een weegschaal en een rolmaat tevoorschijn. Terwijl medewerker Arjan verderop in het perceel bezig is de pootaardappelen van het ras Twinner te beschermen tegen ziektes, spit Jensma een paar planten uit de rug. Terug bij de pick-up werkt de Fries zijn vaste routine af. Hij kijkt naar het aantal stengels, meet het loof en telt en weegt de knollen. De gegevens voert hij in op zijn telefoon. ‘Ja, dit is tijdrovend’, zo erkent hij. ‘Maar het maakt me een stuk bewuster van datgene waar ik mee bezig ben. Ik kan precies zien of we de ideale groeicurves volgen.’
Bemesten op sensordata
Jensma legt de resultaten van de monsternames naast de gegevens van het online registratieprogramma Farm24. Dat is een slim systeem, waarmee alle activiteit én voortgang op de percelen wordt bijgehouden. Jensma werkt sinds drie jaar met het systeem. Samen met zijn adviseur spart Jensma over de resultaten en de verbeterpunten. Op de kopakker maakt medewerker Arjan zich intussen op voor de volgende gang door de Twinner-aardappelplanten. De getrokken veldspuit Hardi Aeon Twin Force – met een spuitboombreedte van 33 meter – is voorzien van slimme sensoren. Daarmee wordt de
‘Dit gaat veel verder dan het maken van taakkaarten’
groei én het stikstofgehalte van het gewas gemonitord. Voor het derde jaar op rij voert Jensma de stikstofbemesting bij zijn pootaardappelen uit op basis van sensordata. Hoogland BV levert maatwerkmeststoffen voor de akkerbouw in Noord-Nederland, gebaseerd op bodemanalyse en gewasbehoefte, inclusief advisering. Dat doen ze ook bij Jensma. ‘Met minder input meer opbrengst genereren, dat is het doel. We hebben data nodig om verbeteringen door te voeren en fouten voor te blijven. We kunnen op perceelniveau analyseren en patronen herkennen. Daar kunnen we naar handelen. Met precisielandbouw kijk je veel gerichter en werk je tot op perceelniveau om de potentie uit je gewas te halen. Dat gaat veel verder dan het maken van taakkaarten.’
‘Minder is meer geworden’
Klaas Jan Jensma (48) heeft in het Friese Hijum een akkerbouwbedrijf. De ondernemer heeft 220 hectare in gebruik. Pootaardappelen vormen met 75 hectare de hoofdmoot. Jensma teelt 12 verschillende rassen. Daarnaast heeft hij 70 hectare tarwe en 25 hectare rode en gele zaaiuien. Het resterende areaal wordt gebruikt voor de teelt van broccoli en tulpen. Ook ruilt Jensma grond met melkveehouders. Na de forse groei in 2014 – toen Jensma een boerderij met 100 hectare in Ferwerd kocht – volgden enkele moeizame jaren. ‘Het was stampen, waarbij de opbrengst en kwaliteit te wensen overlieten’, zegt de ondernemer. Een jaar of vier geleden ging hij terug van 100 naar 75 hectare pootaardappelen. ‘Minder is meer geworden, met een betere kwaliteit, een hogere opbrengst en dezelfde omzet. We kunnen nu beter de puntjes op de i zetten, ook met hulp van data en opbrengstmetingen. De ondernemer heeft vier kinderen, die er allemaal voor openstaan om boer te worden.
Volledig ingericht
Het merkonafhankelijke Farm24 is op dit moment met name actief in Noordwest Europa en Brazilië. In Nederland werken zo’n 85 akkerbouwers en vollegrondsgroentetelers met het systeem, variërend van het gebruik van het Farm24-platform voor teeltregistraties tot volledige inrichting met Farm24-hardware op het machinepark, zo leert navraag bij CEO Gerard van Nieuwenhuijzen. Langs de Friese Waddenkust maken op dit moment tien akkerbouwers gebruik van het systeem. Twee van hen zijn volledig ingericht met de hardware. Naast Klaas Jan Jensma gaat het om Bote Terpstra, die in het iets verderop gelegen Marrum boert.
‘We merken dat veel boeren wat moe beginnen te worden van precisielandbouw. De laatste jaren zijn heel veel deeloplossingen ontwikkeld en op de markt verschenen en daardoor zien veel boeren door de bomen het bos niet meer. Farm24 is een totaaloplossing.’ De kosten voor het gebruik zijn opgebouwd uit verschillende componenten en verschillen per bedrijf. Jensma heeft zijn bedrijf volledig met het systeem ingericht. Dat betekent dat al zijn zes trekkers over een zogenoemde Agrobox beschikken. Daarmee worden alle data van de machines, zoals dieselverbruik, toerental, hefinrichting, aftakastoerental, de snelheid én de GPS-locatie geregistreerd. De aanschafkosten van deze registratiekast bedragen € 1.790 per stuk. De jaarlijkse abonnementskosten komen uit op € 275 per box. Ook de getrokken machines zijn uitgerust met sensoren, die in verbinding staan met de Agrobox. Deze S-Box sensoren kosten € 105 euro per stuk en zijn, indien gewenst, te koppelen met allerlei soorten sensoren. Verder is er nog het abonnement op het platform met een basis van € 500 en zijn er diverse teeltmodules beschikbaar.

Kosten gaan voor de baat uit
De kosten gaan voor de baat uit, zegt Jensma. Hij vindt het lastig om aan te geven wat het slimme registratieprogramma hem financieel gezien nu al oplevert. ‘De meerwaarde zit ‘m voor mij in het verzamelen van data. Daar doen we op lange termijn ons voordeel mee.’ Volgens Van Nieuwenhuijzen kunnen telers direct winst behalen met efficiëntere inzet van machines en middelen en minder handmatige registratie. Door producten in de teelt alleen toe te dienen op de juiste plekken en op de juiste momenten – gebaseerd op data – wordt bespaard op het gebruik van middelen en is een kwaliteitsimpuls mogelijk. ‘Het effect op de kwaliteit en de opbrengst zal per bedrijf en gebied verschillen. De ondergrens van akkerbouwbedrijven gaat omhoog. Zij worden stabieler. Akkerbouwers kunnen hun jarenlange praktijkervaring combineren met data. Dat levert nieuwe inzichten en discussies op.’
Gezonde dosis boereneigenwijsheid
Jensma gelooft in de kracht van data. Maar de ondernemer beschikt ook nog altijd over een gezonde dosis boereneigenwijsheid. ‘Farm24 is een hulpmiddel, maar je moet zelf handelen en beslissen. Het systeem maakt me fanatieker. Ik wil het optimale eruit halen. Voor ons is het zaak om alle binnenkomende data goed te stroomlijnen. Daar kunnen we nog een optimalisatieslag in maken, om tot een optimale benutting te komen.’ Jensma zou graag zien dat de aardappel- en uienrooier worden uitgerust met opbrengstmeting. ‘Dat is een dure optie, maar het perfecte systeem is er nu nog niet. We willen meer inzicht in de oogst krijgen. We kunnen sturen tijdens de oogst, maar missen het uiteindelijke opbrengstresultaat. Bij pootgoed is het van belang om de optimale maat te registreren. Dat ontbreekt er nu nog aan.’
Jensma wil nog enkele verbeterslagen doorvoeren. Het rooien duurt hem nu nog te lang en de droogcapaciteit is onvoldoende. ‘Er valt nog veel te verbeteren. Maar we hebben de grip terug.’

Jensma nam dit groeiseizoen een nieuwe veldspuit in gebruik. Die kostte € 240.000. ‘De vorige spuit heeft 13 jaar dienst gedaan’, aldus de ondernemer. De Hardi Aeon Twin Force is uitgerust met pulserende doppen. Met luchtondersteuning wordt drift tegengegaan. Dat zorgt voor een betere en efficiëntere bedekking. Jensma verwacht het middelengebruik met deze spuit met een kwart te reduceren. ‘De goedkopere variant van deze spuit kostte € 170.000. Met de forse reductie van het middelengebruik verwacht ik de meerkosten binnen vier jaar terug te verdienen.’ Jensma betaalde dit voorjaar wel leergeld met de nieuwe spuit. Op een verderop gelegen perceel van 15 hectare rode en gele zaaiuien werd achteraf gezien te veel middel ingezet. ‘Daardoor hebben we de groei geremd en benutten we niet het volledige potentieel. De loofgroei is niet optimaal en bevindt zich onder de curve. Daar baal ik van. Maar we maken een inhaalslag.’
Versnelde overgang op automatisering
Jensma zet het werk op de boerderij rond met drie vaste en ervaren medewerkers. Hij betrekt hen actief bij de stappen die hij zet op het gebied van precisielandbouw. ‘Tijdens de koffiepauzes praten we erover. Ze kunnen ook allemaal inloggen in het systeem’, zegt Jensma. De data van de Agroboxen verschaffen veel inzicht. Jensma waakt ervoor om zijn medewerkers continu in de gaten te houden. Het moet geen ‘big brother is watching you’ worden. Namen noemen is ook niet altijd nodig. Verbeterpunten kunnen ook anoniem en in algemene zin aan de koffietafel worden doorgespeeld. ‘Soms zie ik aan kleine dingen waarom het kopeggen op het ene perceel sneller gaat dan op het andere perceel. De ene chauffeur heeft aan twee keer steken genoeg, terwijl de andere bestuurder drie keer steekt om te keren. Op een dag scheelt dat veel tijd.’
‘Ik ben gezegend met een betrokken team’
De Friese akkerbouwer voorziet een toekomst waarin hij en zijn medewerkers minder tijd op autonome machines hoeven door te brengen. Met een Rumex-spotsprayer maakt Jensma samen met twee collega’s feitelijk al gebruik van een robot. ‘Ik ben gezegend met een betrokken team, dat uit goede medewerkers bestaat. Maar het nijpende gebrek aan personeel dwingt de sector versneld over te gaan op automatisering. Zelf denk ik dat er altijd werk blijft. We hebben misschien minder handelingen nodig, maar moeten wel blijven aansturen. Tegelijk: ik zie ook nog geen robot voor me die zelf een greppel schept.’





























