De personenauto opladen pal naast de koeien. Of de chauffeur van de rijdende melkontvangst die tijdens het legen van de melktank zijn wagen even bijlaadt met stroom van zonnepanelen op de ligboxenstal.  ‘Over enkele jaren is het de normaalste zaak van de wereld’, voorspelt Anton Klaver van Lokaalstroom uit Dronrijp. Het bedrijf is actief op de markt van energieopslag en die markt is ‘echt booming’.

Hier en daar zie je ze al, elektrische laadstations voor auto’s op boerenerven. Veel daken van stallen en schuren liggen inmiddels vol met zonnepanelen. Omdat leveren aan het net steeds minder rendeert, gebruiken boeren de opgewekte energie in toenemende mate voor eigen gebruik. Of, een stap verder, ze beginnen een laadstation voor personenauto’s. Zoals melkveehouder Jurgen Klep uit het Brabantse Etten-Leur, die er al één heeft staan (zie foto). Op zijn erf is de accu na 20 minuten alweer tot 80 procent geladen dankzij de snelle 180 kWh DC-snellader. Klanten benutten de wachttijd om even een kijkje te nemen bij de koeien of een wandeling te maken door de polder. En ze zijn tevreden, want de boer is met z’n stroom een aardig stukje goedkoper dan de laadstations langs de snelweg.

Anton Klaver, Theun de Jong en Bastiaan Kimkes (van links naar rechts), de mannen van Lokaalstroom: ‘Wij benchmarken de energiemarkt en weten welke partijen het goed doen en welke minder.’

Melktankwagens bijladen op het erf

Het bedrijf Lokaalstroom in het Friese Dronrijp is gespecialiseerd in het ontzorgen van boeren bij energieopslag en energiemanagement. Het driemanschap Anton Klaver, Theun de Jong en Bastiaan Kimkes runt het bedrijf en ook zij zien deze ontwikkeling in Noord-Nederland langzaam maar zeker gestalte krijgen. ‘In de akkerbouw komt elektrificeren en robotiseren serieus op gang, steeds meer telers vragen ook om oplaadpunten. Wij verwachten dat melkveehouders spoedig volgen. Bij diverse klanten hebben we de elektrische installatie al zover voorbereid dat DC-laders er zo op aangesloten kunnen worden. Daar kun je straks met grootvermogen gaan laden, tot meer dan een megawatt’, vertelt Anton Klaver. Dat dit tot nu toe amper gebeurt, komt ook omdat het machinepark van boeren er nog niet echt klaar voor is.

‘Maar komende jaren komen elektrische trekkers in zwaardere klassen op de markt en dan worden DC-laders actueel.’ Een logische stap is dan om de stroom aan te bieden aan afnemers van boeren. ‘Als die de melktankwagen of truckcombinatie even kunnen bijladen met stroom van de boer, is dat win-win. Desgewenst kun je de stroom ook aanbieden aan personenauto’s.’

‘Er lopen behoorlijk wat cowboys rond die boerenbedrijven gewoon oplichten’

Dus boerenerven worden moderne tankstations voor elektrisch rijden?

‘Auto’s elektrisch laden zou kunnen, maar is praktisch niet realistisch in verband met de ligging van de meeste boerenerven. Voor leveranciers en afnemers is dat een ander verhaal. Daarvoor zou het in de toekomst een toegevoegde waarde kunnen zijn. Melktankwagens staan al gauw 20 minuten melk te laden. In die tijd kan de chauffeur de wagen ook even aan de DC-lader zetten en dan zorgeloos door naar de volgende boer. Hetzelfde geldt min of meer voor vrachtwagens op het erf van de akkerbouwer. Voor boeren is het een mooie bijverdienste voor de stroom die toch wel aanwezig is. Ik kan me zelfs voorstellen dat afnemers of verwerkers jaarcontracten gaan afsluiten met boeren voor deze dienst.’

En personenauto’s?

Bastiaan: ‘Dat moet je echt willen en de locatie moet zich ervoor lenen. Dan kan het interessant zijn. We hebben klanten die op een ideale plek zitten, waar parkeerplaatsen gecreëerd zouden kunnen worden voor naar gelegenheden of openbaar vervoer. Mensen zouden hun auto’s daar kunnen gaan laden met elektriciteit van de boer. Dat kan een aantrekkelijk verdienmodel zijn.’

Meer dan de helft van de agrarisch ondernemers is van plan om in de komende vijf jaar te investeren in energieopslag of een energiemanagementsysteem, blijkt uit een enquête van Nieuwe Oogst en LTO Ledenvoordeel. Waarom is hier zoveel interesse voor?

Anton: ‘Energieprijzen stegen explosief, de energienetten lopen tegen de maximale capaciteit en terugleveren aan het net is niet altijd meer lucratief. Ondertussen verandert de energiemarkt in snel tempo van vaste prijzen naar prijsfluctuaties per uur, kwartier of zelfs per minuut. Het wordt voor boeren dus veel interessanter om met eigen opgewekte energie uit zon, wind of biogas in te gaan spelen op de fluctuaties op de energiemarkten. Dat verklaart de grote vraag naar energieopslag in een batterij, gecombineerd met een intelligent energiemanagementsysteem en de juiste energiehandelaar die de meest aantrekkelijke afzet automatisch voor je regelt.’

Het bedrijf Lokaalstroom in Dronrijp is gespecialiseerd in het ontzorgen van boeren bij energieopslag en energiemanagement. Het driemanschap Anton Klaver (midden), Theun de Jong (rechts) en Bastiaan Kimkes (links) runt het bedrijf.

Hoe werkt dat precies, zo’n energiemanagementsysteem?

Anton: ‘Dit jaar zitten we over de 500 uren aan negatieve stroomprijzen. Dat betekent dat je met een zonnesysteem soms weinig tot niks verdient. Tenzij je het systeem uit hebt gezet tijdens de negatieve uren. Dat doet zo’n managementsysteem automatisch. Het energiemanagementsysteem is het sturend hart van je elektrische installatie. Alle apparatuur dat met een signaal aan te sturen is, kan aangesloten worden op het systeem. Het energiebedrijf geeft aan het energiemanagementsysteem door wat er met de energie op het bedrijf moet gebeuren en stuurt welke apparatuur daar wel en niet op moeten reageren. Moet er energie van het net gehaald worden, eigen energie opgeslagen worden of juist teruggeleverd worden aan het net, het wordt allemaal automatisch geregeld.’

Ik ben melkveehouder of akkerbouwer, wil investeren in energieopslag met managementsysteem. Wat kunnen jullie daarin betekenen?

Bastiaan: ‘Wij gaan kijken bij de klant: hoe ziet je bedrijf eruit, welke machines gebruik je, wat is je totale energieverbruik en de latente behoefte. Op basis van je elektriciteitsdata, dus verbruik, opwek en teruglevering, berekenen we wat voor jouw bedrijf de beste oplossing is. En dat bevat meestal een batterijsysteem met een energiemanagementsysteem. Sommige boeren willen daar niks mee te maken hebben, maar je bent een dief van je portemonnee als je het niet doet.’

‘Wij zitten bij sommige klanten rond de twee jaar terugverdientijd op de investering’

Okay, dan ligt er een advies. En dan?

Theun: ‘Het installeren van de batterijen verzorgen wij helemaal en waar nodig met installatiepartners. Het energiemanagementsysteem plaatsen aansluiten en inregelen, doen we allemaal zelf. Wij begeleiden het hele traject, inclusief wat er bij de netbeheerder moet worden geregeld alsmede de subsidieaanvragen. Ook het afsluiten van goede contracten met een energiepartij regelen we. Wij kunnen boeren dus van A tot Z ontzorgen op gebied van eigen energie.’

Daarin maken jullie het onderscheid met andere bedrijven?

Bastiaan: ‘Daar, maar vooral ook omdat wij de agrarische bedrijfsvoering op de eerste plaats zetten. Er zijn veel cowboys op de markt. Die verkopen een batterij, zetten hem neer en zeggen: ga maar handelen op de energiemarkt, succes. Wij kijken vooral naar de toekomstige energiebehoefte van het landbouwbedrijf. Dat is de corebusiness van de ondernemer. Het bedrijf moet optimaal draaien en op een zo’n efficiënte en goedkoop mogelijke manier van energie worden voorzien. We stellen de parameters in het energiemanagementsysteem zo af dat je geen risico loopt dat op moment dat je bedrijf veel energie nodig heeft de batterij leegloopt naar het net, omdat de energieprijs zo goed is. Pas op het moment dat je de energie niet nodig hebt voor het bedrijf, komt de handel op de energiemarkt in beeld. Veel andere partijen kijken daar helemaal niet naar, die doen maar wat.’

Komen jullie ze vaak tegen, de cowboys?

Anton: ‘Ja, er worden op dit moment best wel veel boerenbedrijven verkeerd voorgelicht en soms zelfs opgelicht. Die worden bijvoorbeeld gevraagd om een aanbetaling te doen en een dag later bestaat het bedrijf niet meer. We kennen boeren die voor een ton of meer zo het schip in zijn gegaan. Energieopslag en -management is een groeimarkt met veel potentie. Bij nieuwe technologieën zie je dat er vaak misbruik wordt gemaakt van de onwetendheid van de klant, dat hebben we destijds bij zonnepanelen ook gezien.’

Jullie sluiten ook energiecontracten af voor boeren. Hoe werkt dat precies?

Bastiaan: ‘Jonge, dynamische energiebedrijven zijn in opkomst. Die opereren in de regel een stuk flexibeler en progressiever dan traditionele energieleveranciers. Deze bedrijven handelen op de juiste momenten op verschillende energiemarkten. Ze hebben daar niet alleen hun bedrijf op ingericht, maar ook hun algoritmes. Het zijn geen mensen meer die handelen, maar AI-modellen. Voor elke klant loopt het algoritme iets anders dan dat van de buurman. Traditionele energiemaatschappijen zijn nu nog niet goed ingericht op klantspecifieke oplossingen en hanteren vaak ouderwetse verdienmodellen met een opslag op de energieprijs en voor elke klant hetzelfde algoritme. Dat zien we echt terug in de omzet en de winsten die klanten draaien op hun investering.’

Noem eens wat namen.

Anton: ‘We gaan niet allerlei bedrijven in een hoek zetten, maar zien dat een partij als EddyGrid het op dit moment goed doet. Wij benchmarken en weten welke partijen het goed doen en welke minder. Negen van de tien keer dat we namens een agrarische ondernemer een contract afsluiten, veranderen we van energieleverancier.’

Is het handelen met eigen opgewekte energie een serieus verdienmodel?

Bastiaan: ‘Absoluut. Wij zitten bij sommige klanten, inclusief 35% investeringssubsidie, rond de twee jaar terugverdientijd op de investering. Maar we zeggen tegen onze klanten: ‘Hou rekening met een terugverdientijd van tussen de vijf en zeven jaar. Dat zit je vrij safe.’

Over wat voor investeringen gaat het dan?

Bastiaan: ‘batterij met een vermogen van 100 kW en een capaciteit van 215 kWh inclusief managementsysteem zit je rond de € 280 per kWh en dus een investering van zo’n € 60.000. We hebben nu een aantal agrarische bedrijven die op individueel niveau qua investering rond de € 500.000 zitten. Dat zijn echt wel de grotere jongens. Aan de andere kant zijn er boeren met een windmolen- of zonnepark. Dan praat je over systemen van tientallen megaWatt’s en investeringen van miljoenen.’

 

‘Batterij kopen? Kijk dan ook serieus naar de risico’s’

‘Wat boeren moeten doen als ze investeren in een batterij? Laat ze alsjeblieft even contact opnemen met hun verzekeringsadviseur. Dat kan een hoop ellende besparen.’ Het antwoord van Louis van Wesemael op de vraag wat de belangrijkste regel is die een boer met een energieopslagsysteem in acht moet nemen om geaccepteerd te worden door de verzekeraar, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De risicospecialist van De Zeeuwse Verzekeringen ziet in de praktijk net iets te vaak situaties dat hij moet zeggen: ‘Vanaf heden is uw gebouw niet meer verzekerd.’

De vraag naar energieopslagsystemen onder akkerbouwers is groot, variërend van koelkastformaat tot zeecontainers met een vermogen van meerdere megawatt. Maar er wordt vaak niet goed nagedacht over de risico’s, ziet ook onafhankelijk verzekeringsadviseur Wilco de Boer van Agriland Assurantieadvies BV. ‘Batterijsystemen bestaan uit brandbare lithium. Bij brand kunnen giftige gassen vrijkomen. Als je energie in grote hoeveelheden opslaat zoals bij een agrarisch bedrijf, dan zul je ook serieus naar de risico’s moeten kijken.’ Hij stelt dat onwetendheid bij boeren en installateurs hieraan ten grondslag ligt. De Boer toont een foto van vier batterijen die staan opgesteld in de bijkeuken. ‘Dit kan natuurlijk geen kant op, maar is wel de praktijk die we tegenkomen op boerenerven.’

 

Batterijen op de melkstal

Van Wesemael beaamt het. ‘Ik ben ook wel eens 60 of 80 kilowatt tegengekomen in een kapschuurtje, damwand, golfplaten dak, niet geïsoleerd, dan is het even wat het is. Maar als die batterijen in een woning staan van een ton of 8, 9, of in een ligboxenstal van een miljoen plus, dan is het op een gegeven moment einde dekking. Gisteren kwamen we bij een melkveehouder die een aantal batterijen bovenop zijn melkstal had geplaatst. Je gelooft het niet, maar het gebeurt wel.’ Hoe dat kan? De Boer denkt het antwoord te weten: ‘Bij zonnepanelen hadden we jarenlang te maken met cowboys en die zijn er onder de acculeveranciers ook. En als die een heel overtuigend verhaal hebben en tien keer tegen de klant zeggen: ‘Joh, dit mag wel en iedere verzekeraar keurt het goed’, dan zijn er altijd mensen die daar blindelings op vertrouwen.’ Van Wesemael: ‘Wanneer wij vervolgens met de verzekeringsadviseur langskomen, ontstaat soms de indruk dat wij de beperkende factor zijn omdat we niet alles kunnen goedkeuren.’

 

Vooraf advies vragen voorkomt ellende

Even over de rollen van beide mannen: Wilco de Boer is één van de risico-adviseurs bij Agriland Assurantieadvies BV, een verzekeringsagentschap in Leeuwarden welke gelieerd is aan FGD. De bedrijven zijn ontstaan vanuit het toenmalige Friesland Bank Assurantiën. Hij adviseert boeren over verzekeringen en is onafhankelijk, dus niet gebonden aan een verzekeringsmaatschappij. Hij vertegenwoordigt de boer als verzekeringnemer. Van Wesemael is bij De Zeeuwse verzekeringen en dus wel gebonden aan een verzekeraar.

Vaak overleggen adviseur en inspecteur van een maatschappij of voorafgaand aan een te verzekeren situatie dan wel naderhand. ‘Gelukkig worden we steeds meer vooraf ingeschakeld. Dat wij van bijvoorbeeld Wilco een berichtje krijgen dat een boer van plan is om een EOS te plaatsen op een bepaalde plek en hij vraagt wat wij daar van vinden. Dan kun je tijdig de juiste dingen doen’, zegt Van Wesemael.

Maar het gebeurt volgens beide mannen te vaak dat ze pas in beeld komen als de energieopslagsysteem (EOS) al is geplaatst. Van Wesemael: ‘Als die op 4 of 5 meter van een gebouw staan, kun je met sleufsilowanden of betonnen blokken nog iets van brandscheidingpreventie uit laten voeren. Maar op moment dat je langskomt en er staat voor 120 of 160 kilowatt inpandig, ja dan wordt het een minder gezellig verhaal.’

Van Wesemael noemt De Boer een adviseur die ook de pijnpunten bij een klant durft te benoemen. ‘Maar we treffen ook situaties aan waarin men niets meldt en vervolgens verbaasd reageert wanneer wij bijvoorbeeld een Scope 10-verplichting moeten opleggen. Dus in adviseurs zit ook gewoon verschil.’ De Boer: ‘Wij werken met een volmachtbedrijf. Dat betekent dat wij zelfstandig namens verzekeraars tot bepaalde hoogte risico’s mogen accepteren en schade mogen afwikkelen. Uiteraard via de spelregels van verzekeraars. Maar je bent niet zomaar volmachtbedrijf. Wij hebben daar, in alle bescheidenheid, de bevoegdheden en de kwaliteit voor omdat we wat meer weten dan de gemiddelde tussenpersoon op het agrarisch gebied.’

 

Wachten op scopekeuring voor accu’s

Scope 10 werd al even genoemd, een keuringsmethodiek voor elektrische installaties op brandveiligheid. Scope 12 is de keuring voor zonnepanelen op brandveiligheid. Maar een scopekeuring voor energieopslagsystemen komt er pas in 2027. Van Wesemael en De Boer vinden dat aan de late kant. ‘Een herhaling van het zonnepanelendebacle dreigt. Rond 2015 werden er zonnepanelen op daken gelegd, terwijl scope 12 nog niet van toepassing was. Het gevolg is dat nu veel relatief nieuwe installaties compleet moeten worden vervangen, met alle kosten van dien. Dat kan met accu’s ook gebeuren’, zegt De Boer. Van Wesemael: ‘Liever vandaag dan morgen die scopekeuring. Dan ben je meteen ook van de cowboys af.’

 

Accu’s op 10 meter van gebouwen

Wat zijn nu zaken waar een boer rekening mee moet houden bij het plaatsen van accu’s? De Boer benadrukt dat het vanuit verzekeringsperspectief cruciaal is om grote accu’s op minstens tien meter afstand van het bedrijfsgebouw te plaatsen. ‘En alles wat zich binnen die straal van tien meter bevindt, moet in ieder geval met beton worden afgeschermd. Dat zijn wel de twee belangrijkste.’ Van Wesemael: ‘Ook als accu’s op meer dan 10 meter van het gebouw staan, adviseren wij een beveiliging tegen aanrijden op het moment dat ze op een punt staan waar veel verkeersbeweging is. Dat kan een vangrail of een wand zijn. Bij de wat grotere systemen adviseren wij om de brandweer even op de hoogte te stellen. Maar de allerbelangrijkste is: bel even met je verzekereringsadviseur.’

Vorig artikelPraten over gevoelens is niet zwak
Volgend artikelSimon Wilms op zoek naar het perfecte teeltjaar