Pootgoedtelers Jarig en Kor Palsma namen iets gas terug en stootten ruim 8 hectare huurland af. Dat wil niet zeggen dat het heilige vuur is gaan liggen bij de Bildtse akkerbouwers, die recent investeerden in een Dewulf RA3060 aardappelrooier.
Op een waterkoude vrijdagmiddag in november nemen de eigenzinnige broers Jarig en Kor Palsma alle tijd om uit te wijden over hun akkerbouwbedrijf aan de vermaarde Oudebildtdijk in het Friese Sint Annaparochie. ‘Dit is de langste straat van Nederland’, zo vertelt Jarig, die zich onmiskenbaar bedient van de Bildtse streektaal. Het bedrijfsbezoek begint met een rondleiding door de loodsen van de mannen, die in 1994 hun intrek namen op de karakteristieke boerderij. ‘Er stonden in die periode veel boerderijen te koop. De akkerbouwsector had een paar slechte jaren achter de rug. Wij werden door sommige mensen voor gek verklaard, maar we hadden de tijd mee en profiteerden meteen van een paar goede jaren’, vertelt Jarig, die samen met zijn broer opgroeide op een fokvee- en melkveebedrijf in Vrouwenparochie.
Compacte sorteerlijn
De sorteerlijn van de aardappelen dateert van 1991 en staat compact opgesteld in de oude schuur. De broers hebben de sorteerlijn door de jaren heen altijd up-to-date gehouden. Twee jaar geleden kochten ze nog een nieuwe Miedema Dewulf stortbak. Binnen nu en een paar jaar willen ze graag investeren in een optische sorteerder, om de kwaliteit van de aardappelen met camera’s te beoordelen. ‘We zijn ons alvast aan het oriënteren’, zegt Jarig, die rekening houdt met een investering van € 150.000. ‘Het moet wel betaald worden. ‘We telen aardappelen hè, geen goud’, zo voegt Kor eraan toe. De broers houden van orde en netheid, zo blijkt. De vloeren van de bewaarschuren zijn bezemschoon. De machines zijn grondig met de hogedrukspuit onder handen genomen en vrij van modder en stof de opslag in gereden.
‘Met meer opslagruimte hebben we meer invloed op het juiste verkoopmoment’
‘Sector-pr moet beter’
Wat verder opvalt zijn de twee grote banners in de schuur. ‘De samenleving vraagt biodiversiteit. De landbouw levert biodiversiteit’, zo prijkt er op het ene doek. ‘In de hemel groeit geen voedsel. Daarom verbouwt de boer het op aarde’, meldt de andere. ‘We mogen met z’n allen wel wat meer doen aan sector-pr om dat verhaal beter uit te dragen’, stelt Jarig. Waar het kan, zetten de broers zich graag in voor natuur en milieu. Voor hen is het bijvoorbeeld de normaalste zaak van de wereld om de walkanten pas na 1 juli te maaien ter bescherming van al het nieuwe leven. De Sint Annabuurster ondernemers spuiten met een Wingspraysysteem op de gedragen veldspuit om het middelengebruik op hun bedrijf terug te dringen. Daartoe worden ze ook genoodzaakt. ‘We houden wel van een uitdaging, maar het moet wel proportioneel blijven. Het gaat nu te ver. We zetten ons wel in voor de voedselvoorziening hè. Ik heb het gevoel dat dit weleens wordt vergeten. We moeten ook waken voor oneerlijke concurrentie. Straks komt er via de achterdeur buitenlands voedsel binnen dat onder andere omstandigheden wordt geproduceerd’, zegt Jarig. Hij vreest dat de landbouw – en in het bijzonder de akkerbouw – bij de Mercosur-deal als wisselgeld wordt ingezet.
Bewaarschuren efficiënter inrichten

Naast het vernieuwen van de sorteerlijn hebben de broers plannen om de bewaarschuren anders in te richten. Ze willen de ruime koelcel voorzien van een nieuwe droogwand, om nog eens 400 kisten extra te kunnen plaatsen. ‘De Heer is mijn herder en de droogwand mijn redder’, zegt Jarig met een kwinkslag. In de grote bewaarschuur is nu plek voor 1.500 kisten, waarin de pootaardappelen worden bewaard. Jarig: ‘We willen de bestaande schuren efficiënter benutten om ook meer grove uien in de middelste loods te kunnen bewaren. We zijn bepaald geen langbewaarders, maar de druk op de af-landhandel is ons te groot geworden. Met meer opslagruimte hebben we meer invloed op het juiste verkoopmoment en kunnen we de uien in de opgaande lijn verkopen.’ Kor: ‘We zien kansen binnen de bestaande schuren. Van bijbouwen is geen sprake.’
Na topjaren prijscorrectie verwacht
Na de topjaren 2023 en 2024 houden de broers na het groeizame jaar 2025 rekening met lagere opbrengstprijzen. De bruto-opbrengstprijzen voor pootgoed lagen de afgelopen jaren bij HZPC op respectievelijk € 53,20 en € 62,32 per 100 kilo. Het areaal pootgoed in ons land werd flink uitgebreid, met bijna 3.000 hectare. De ondernemers houden rekening met een pootgoedprijs van hooguit € 40 per 100 kilo. Het uitgebreide areaal en de hogere hectareopbrengsten leiden tot een prijscorrectie, zo verwachten ze. ‘Vorig jaar was het kassa, nadat de boel in het voorjaar laat op gang kwam. Dat was dit jaar wel anders. Het was een bovengemiddeld groeiseizoen. Dat tekende zich in het voorjaar al af.’
‘Iets klakkeloos overnemen is er bij ons niet bij’
Tegenvallende nacontrole-uitslagen
De uitslagen van de nacontrole van de NAK vallen de broers dit najaar niet mee. De virusdruk is hoog, met name in virusgevoelige rassen. Dat baart de broers zorgen. ‘De luizen waren achteraf in mei al actief. Dat hebben we toen niet kunnen zien. Het is een algemeen probleem, dat op meer plekken tot uiting komt. Het is niet dramatisch, maar met het oog op komend seizoen moeten we er zeker rekening mee houden’, zegt Jarig. Met de inzet van virusolie en een slim spuitschema willen de broers de luizendruk eronder houden. ‘Een goede winter zou ook kunnen helpen’, verwacht Jarig, die de verhoogde virusdruk niet los ziet van het verschraalde aanbod van toegestane middelen. ‘Voorheen gebruikten we Actara. Dat was een goedkoop en doeltreffend middel, dat in het vroege voorjaar zeker 6 weken bescherming bood.’ De broers werken met tien verschillende pootgoedrassen. Ze produceren wat de markt vraagt, in overleg met hun handelshuis HZPC. ‘Het zijn juist de virusgevoelige rassen die goed in de markt liggen’, zegt Jarig.
Weggeëbde groeiplannen
Er waren tijden dat de Palsma’s serieus overwogen hun bedrijf met circa 30 hectare uit te breiden. ‘We deden een paar keer net niet mee met onze biedingen. Achteraf waren we misschien wat te behoudend. We hebben altijd goed op de kosten gelet. Zo zijn we opgevoed’, vertelt Jarig. De ambitie om te groeien is intussen wel weggeëbd. De broers zijn de zestig gepasseerd en tellen hun zegeningen. De broers hebben het areaal huurland naar beneden bijgesteld. Ooit huurden ze 15 hectare bij, nu gaat het nog om 7 hectare. ‘We zitten nog vol vuur, maar we houden bewust wat minder grond aan. Met minder hectares hebben we nu meer arbeidsvreugde. We hoeven geen vreemde arbeid in te huren en we hebben meer grip op de kosten’, aldus Jarig.

‘Genoeg is beter’, zo luidt het motto van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond. ‘Iets minder dan genoeg is zelfs nog beter’, zo stelt Jarig. Kor vult aan: ‘Meer, meer, meer; het houdt natuurlijk ook een keer op.’ Begrijp de broers niet verkeerd; in de basis zijn ze niet tegen intensivering en schaalvergroting. ‘Je hebt een bepaalde schaalgrootte nodig om te innoveren en efficiënt te kunnen werken. Wel ergeren we ons aan het subsidieklimaat. In onze ogen moet je de economie niet versterken met subsidies. Dat werkt oneerlijke concurrentie in de hand en verstoort de marktwerking’, stelt Jarig, die in plaats van subsidies pleit voor aantrekkelijkere fiscale voordelen.
Met bewust minder grond blijven de broers het intussen als een grote uitdaging zien om hetzelfde nettoresultaat te halen. ‘Maar het weer is de baas’, aldus Jarig.
Vroeg klaar met ploegen
De broers hebben medio november al hun land al geploegd. ‘Zo vroeg waren we nog nooit’, zegt Jarig. De ondernemers zetten de arbeid op het bedrijf samen rond. Ze zijn eraan gewend om lange dagen te maken en genieten met volle teugen van alle voorkomende werkzaamheden. Daarbij trekken ze graag hun eigen plan. Ze weten hoe de hazen lopen en laten zich niets wijsmaken. ‘We zijn niet tegendraads, maar lopen ook niet achter de massa aan. Iets klakkeloos overnemen is er bij ons niet bij. Als ondernemers vinden we het juist ook leuk om zelf dingen uit te dokteren’, vertelt Jarig.
Modern machinepark


De broers hebben een modern machinepark. Dit najaar rooiden ze hun pootaardappelen voor het eerst met een Dewulf RA3060, een 2-rijige zelfrijdende zeefbandrooier. De machine werd geleverd door Broekens in Stiens, het landbouw- en mechanisatiebedrijf waar de broers al jaren naar tevredenheid zaken mee doen. Toen de vorige aardappelrooier in 2024 mankementen begon te vertonen, besloten de broers de aanschaf van de nieuwe machine naar voren te halen. De ondernemers profiteerden daarbij van de goede marktomstandigheden. Ze investeerden € 450.000 in de aardappelrooier en kozen daarbij voor een leaseconstructie (met aftrek van het inruilbedrag en de aanbetaling).
‘De vorige zelfrijder van Dewulf was twintig jaar oud en heeft hier tien jaar gedraaid. Deze rooier werd te duur in onderhoud, waardoor de rooikosten per hectare te hoog werden. Het werd een gebed zonder einde’, vertelt Jarig. De nieuwe zelfrijder is flink aan de prijs, maar wordt door de broers ook als een soort van verzekering beschouwd.
Profiel
Jarig (62) en Kor (60) Palsma runnen een akkerbouwbedrijf van 121 hectare in het Friese Sint Annaparochie. Ze huren nu nog 7 hectare aardappelland bij. Het bouwplan bestaat uit pootaardappelen, suikerbieten, uien en wintertarwe. De vruchtbare kleigrond varieert van 15 tot 38% afslibbaarheid. Zo’n 80% van het areaal heeft een afslibbaarheid van 25 tot 32%. De broers telen tien verschillende rassen voor handelshuis HZPC.
Bij de oogst is de taakverdeling tussen de broers helder. Jarig bestuurt de aardappelrooier, Kor is verantwoordelijk voor het inschuren. De eerste ervaringen met de indrukwekkende machine – die op een naburig bedrijf in opslag staat – zijn positief. De rooisnelheid en -kwaliteit spreken tot de verbeelding. Bij droog weer kunnen de akkerbouwers de axiaalrollen omzeilen en gebruikmaken van een bypass op de rooier, om beschadigingen tegen te gaan. ‘Het is altijd wel weer even wennen om alle opties onder de knie te krijgen. We hadden wat kinderziektes, maar de machine heeft ons niet laten staan. In aanloop naar de volgende oogst is het een kwestie van finetunen’, zegt Jarig.
Nog geen opvolgers in beeld
Op dit moment zijn er op het bedrijf van de Palsma’s geen opvolgers in beeld. De dochters van Kor zijn nog maar 16 en 11 jaar oud. De broers zijn echter nog lang niet van plan hun akkerbouwactiviteiten te staken. Zolang hun gezondheid het toelaat en ze plezier in het werk houden, gaan ze vrolijk verder.



























