De vennoten van Novifarm – een samenwerkingsverband van zes akkerbouwbedrijven- werken planmatig aan een beter rendement van de teelt. De bodem staat daarin centraal. In het jaar voorafgaand aan de teelt van de cash crops worden al zo veel mogelijk teeltmaatregelen uitgevoerd om het perceel daar optimaal voor gereed te maken.
Samenwerking, zoals de zes bedrijven in Novifarm dat doen, heeft duidelijke voordelen, vertelt akkerbouwer Leon Noordam, verantwoordelijk voor de teelt. Hij noemt er vier. Ten eerste de kans om efficiënter te werken, met grootschalig materieel. Als tweede noemt hij de voordelen bij in- en verkoop van producten. Het grootse voordeel daarvan is niet dat een grote partij sterker staat in onderhandelingen. ‘Dat dachten wij in het begin: ‘Wij zijn een grote speler, wij kunnen wat afdwingen.’ Maar wij zijn nog steeds maar één van de 10.000 akkerbouwers in Nederland. We krijgen geen 3 cent meer voor onze producten. Het voordeel zit er vooral in dat producten in grotere hoeveelheden worden gekocht en verkocht. Dat scheelt kosten en brengt kwantumkortingen.’
Risicospreiding en specialisatie
Het derde voordeel van een grote schaal is het beter kunnen spreiden van risico’s. Dat geldt bijvoorbeeld voor het weerrisico; de percelen liggen zo verspreid dat de kans klein is dat een stortbui overal schade veroorzaakt. Dat geldt ook voor prijsrisico’s. Noordam: ‘Wij hebben een eigen pool voor onze producten.’ Als vierde noemt hij de mogelijkheid om te specialiseren. ‘De kennisbehoefte wordt steeds groter op verschillende terreinen, zoals teelt, financiën en mechanisatie. Niemand heeft overal verstand van. Het voordeel is dat we allemaal kennis vergaren en die met elkaar delen, zonder dat iemands belang in de weg zit.’
‘Soms zijn we in slaap gesust omdat de totale opbrengst van zo’n perceel goed is, terwijl er plekken zijn die helemaal niet presteren’
De voordelen zijn op zich niet zo groot, vertelt Noordam: ‘Het zijn allemaal hele kleine stukjes die met elkaar eraan bijdragen dat wij rendabel kunnen boeren.’ Hij benadrukt dat dit niet betekent dat iemand het rustiger aan kan doen: ‘Als we het niet net zo goed doen als wanneer we elk afzonderlijk zouden boeren, zouden de schaalvoordelen snel teniet gaan.’
Planmatig werken
De vennoten hechten sterk aan planmatig werken. In de zomer wordt de teelt voor het volgende jaar al zo veel mogelijk gepland. Op een perceel waar het volgende jaar een cash crop op komt, vinden in de herfst ervoor al zo veel mogelijk teeltmaatregelen plaats om het perceel daar optimaal voor gereed te maken. In het bouwplan komt altijd graan vóór de cash crops aardappelen, uien en bieten. Vóór de graanoogst is het plan voor de volgende teelt al gereed. Op basis van grondmonsters en van alle andere perceelgegevens wordt dan bijvoorbeeld bepaald welke groenbemester er na de tarwe komt, of die geploegd wordt of dat niet-kerende grondbewerking wordt toegepast, of organische mest wordt gegeven en zo ja welke, en welke mineralen extra nodig zijn. Bijvoorbeeld tekorten van kali of magnesium worden in het najaar aangevuld.
Extensief bouwplan
Novifarm heeft een vrij extensief bouwplan, met ruwweg de helft granen, een kwart frites- en tafelaardappelen en een kwart overige gewassen. Het vierde kwart bestaat uit suikerbieten, zaai- en plantuien, conserven, faunaranden en de verhuur van spruitkoolland.
Het uitgangspunt is om na graan altijd een groenbemester te zaaien. Maar er kunnen redenen zijn om dat niet te doen, bijvoorbeeld als op een perceel een extra bespuiting tegen wortelonkruiden nodig is. Bovendien moet één ploeg alles ploegen; dan moet die wel 1 september kunnen starten, anders lukt het niet om vóór de winter klaar te zijn.
Novifarm past ook niet-kerende grondbewerking toe, maar vrij beperkt omdat de werkbare dagen daarvoor kleiner zijn dan bij ploegen. ‘Wij hebben alle werkbare dagen nodig’, zegt Noordam.
Veel data
Bij de voorbereiding van de teelt spelen data een grote rol. Novifarm maakt al tien jaar bodemscans, het maakt gebruik van satelietdata en verzamelt data met een gewassensor op de spuit, die de biomassa en de hoeveelheid stikstof in het blad meet. Het bedrijf TTW maakt daar groeimodellen van. Novifarm laat TTW tijdens de groei ook grond- en bladmonsters van aardappelen nemen om die te analyseren op inhoudsstoffen van de grond en de plant.
Met elke nieuwe informatie wordt de kennis over een perceel betrouwbaarder en dus bruikbaarder voor de teelt. Vaak komen de vennoten dingen tegen die ze niet verwachten. Noordam: ‘Dan denk je: ‘Dat satelietbeeld klopt niet.’ Toch wordt dat vaak weer bevestigd, bijvoorbeeld met een bodemkaart. Maar dan vertelt een senior dat dit vroeger ook al zo was omdat het vóór de ruilverkaveling een ander perceel was dat nu in een groter perceel ligt. We zijn er steeds meer achter gekomen dat grote verschillen binnen een perceel negen van de tien keer te herleiden zijn tot het verleden van het perceel.’
Slechte plekken spotten
De data brengen ook slechte plekken aan het licht, ook in percelen waarvan de vennoten dachten dat ze goed zijn. ‘Soms zijn we in slaap gesust omdat de totale opbrengst van zo’n perceel goed is, terwijl er plekken in zitten die helemaal niet presteren.’ Met de vaak afgebakende verschillen binnen percelen kan bij bewerkingen eenvoudig rekening worden gehouden. Gedetailleerde taakkaarten voegen dan weinig toe, vertelt Noordam. ‘Wij kunnen wel plaatsspecifiek vaste mest uitrijden, maar negen van de tien keer is het makkelijker om gewoon overal evenveel te strooien en op mindere plekken een paar ton meer. Een taakkaart werkt best, maar je moet dan wel zeker weten dat je precies uitkomt met de hoeveelheid. Met organische producten is dat niet altijd even praktisch.’
Bodem voeden
De aanpak van percelen in het jaar vóór de cash crops past in de strategie om de bodem te voeden in plaats van het gewas. Bemesten op een indirecte manier, noemt Noordam dat. ‘We vullen de bodem voor de teelt in het jaar erna. We besteden een deel van de kunstmestgift als het ware uit aan de bodem.’
Novifarm: Zes families met één bedrijf
Zes families in de Hoeksche Waard (ZH) werken samen in Novifarm, met één gemeenschappelijke exploitatie en 800 hectare land. De vennoten brengen kapitaal, grond en/of arbeid in. De verdeling van het resultaat is afhankelijk van de inbreng van de vennoot. Er is geen discussie meer over wiens gewas het eerst aan de beurt is, want alles is gezamenlijk.
Novifarm ontstond in 2007 door een fusie van de bedrijven van de families Noordam en Visser. In de jaren daarna groeide het stapsgewijs naar de huidige omvang. Verdere groei is geen doel, maar het wordt zeker ook niet uitgesloten.
Bij deze aanpak is het wel belangrijk om te weten wanneer de bodem de meststoffen afgeeft aan het gewas en hoeveel. Noordam: ‘De teelt is een resultante van wat er in de bodem gebeurt. Als je de bodem voedt, moet je bijhouden wat de bodem doet om te kunnen bijsturen.’ De gewassensor op de spuit geeft een indicatie wanneer meststoffen in de bodem vrijkomen voor het gewas. In combinatie met de bladmonsters ontstaat een goed beeld daarvan.
Draineren is prioriteit
De bodem staat ook centraal in het watermanagement. Alle percelen zijn opnieuw gedraineerd. ‘Draineren is prioriteit nummer één’, stelt Noordam. ‘Als drainage niet op orde is, hoef je bijvoorbeeld ook niet aan precisielandbouw te doen. Want dan ga je oplossingen zoeken en kosten maken voor een paar procent meer, terwijl de basis niet klopt. Door teveel water kan 100 procent verloren gaan.’
De nieuwe drains liggen met 5 tot 8 meter onderlinge afstand veel dichter bij elkaar dan de oude, die op 10 of 12 meter afstand lagen.
Novifarm heeft bewust geen brede weersverzekering. Noordam: ‘Die zou ons elk jaar € 70.000 tot € 100.000 kosten. Als elk jaar 10 hectare verloren gaat, kost ons dat net zoveel. We kunnen dat geld beter investeren in goede drainage.’
Bovendien heeft Novifarm zelf eigenlijk een soort weersverzekering, stelt hij, door het grote aantal percelen, verspreid over de hele Hoeksche Waard. ‘De kans dat we meedoen bij een grote bui is groot, maar de kans is heel klein dat het een groot deel van de percelen betreft.’
Vier haspels te weinig
Beregenen is een belangrijk onderdeel van het watermanagement. Novifarm heeft nu vier haspels, maar in droge jaren zij er eigenlijk acht nodig zijn, vertelt Noordam. Zoveel haspels is een dure oplossing. ‘Als je weet dat aardappelen 25 cent opbrengen kan het altijd uit. Maar er zijn ook genoeg jaren dat we ons in september afvragen waarvoor we het allemaal hebben gedaan.’
Als hulpmiddel bij de keus welke percelen aan de beurt zijn om te beregenen, zijn op vijf percelen vochtsensoren geplaatst.
De vennoten kijken ook naar andere oplossingen, afhankelijk van de mogelijkheden die een perceel biedt. Voor rechthoekige percelen met een brede watergang ernaast is beregenen de eerste optie. Maar bij een perceel dat omringd is door sloten wordt soms het slootpeil omhoog gebracht. Op andere percelen is druppelirrigatie een optie. In één perceel is peilgestuurde drainage aangelegd. ‘De efficiëntie van het water door de grond is daarbij veel beter’, is de ervaring bij Novifarm. Andere percelen halen ook in droge jaren goede opbrengsten zonder beregening. Het gaat om maatwerk, wil Noordam maar zeggen.
Percelen kunnen langer zonder kunstmatige aanvoer van water als de bodemkwaliteit in orde is, legt hij uit. ‘Je moet de oorzaak aanpakken: schort het aan organische stof of aan de structuur, zijn er ondoordringbare lagen? Als alles klopt en er is een goede capillaire werking, kun je langer wachten met beregenen.’
Ook bij de mechanisatie speelt bodemkwaliteit een belangrijke rol. Kiepers hebben drukwisselsystemen, er wordt bovenover geploegd en waar mogelijk wordt met licht materiaal gewerkt.
Gaan voor goud
De vennoten van Novifarm zien geen bedreiging in het nieuwe EU-landbouwbeleid (GLB). Noordam: ‘Ons hele bouwplan is erop om in evenwicht te telen met de bodem. Het idee achter het GLB is bij ons al lang standaard. ‘ Hij heeft al wat zitten rekenen en concludeerde dat het bedrijf al ruim zilver haalt in de ecoregeling, dankzij de rustgewassen, niet-kerende grondbewerking en de vroege oogst van plantuien. Maar ze willen hoger scoren: ‘We onderzoeken hoe we goud kunnen halen.’