Meer en goed afgeharde spruiten bij het poten. 10 tot 15 procent meer knollen. Egalere sortering. En een financieel voordeel van € 750 tot € 1.000 per hectare. Hoogland BV uit Leeuwarden ontwikkelde samen met Ten Brinke uit Creil en Theunisse uit het Brabantse Steenbergen Potato-e. Het verbeterde systeem voor ethyleenbewaring levert akkerbouwers de nodige voordelen op.
‘We zijn er trots op dat we als drie bedrijven samen een eigen systeem hebben ontwikkeld’, vertelt akkerbouwspecialist Jan Klaas de Graaf van Hoogland BV. Zo kunnen ze Potato-e – dit staat voor Potato-ethyleen – aanbieden, zonder afhankelijk te zijn van grote leveranciers. Niet dat de drie bedrijven vanaf nul beginnen. Hoogland begon al in 2010 met het toedienen van ethyleen aan pootaardappelen in de bewaring en heeft daar dus al volop ervaring mee. Dat geldt ook Ten Brinke en Theunisse.
‘Opgeteld hebben we samen 1.350 onderzoeken gedaan’, schetst De Graaf. Daarmee hebben de drie bedrijven genoeg informatie verzameld om voor 225 rassen de optimale dosering in te stellen. Doel: meer en betere spruiten op de te poten aardappelen krijgen. Dat leidt in het veld tot meer stengels en knollen per plant en tot meer aardappelen in de gunstigste sortering. ‘Zo krijg je een hogere opbrengst aan verkoopbaar pootgoed.’
Cruciale rol voor planthormoon

Ethyleen is een planthormoon dat een cruciale rol speelt bij de regulatie van plantengroei, ontwikkeling en veroudering. Zo speelt het een rol bij bladval en rijping van fruit. ‘Wij zetten met een lage dosering ethyleen de groei van de topspruit stil. De aardappel denkt dan: ‘Die spruit groeit niet goed, ik moet meer spruiten laten kiemen’. Vervolgens ontwikkelt de aardappel meer kiemen naast de topspruit’, verwoordt De Graaf de basis van de werking.
Werken met ethyleen heeft als voordeel dat er geen resten op de aardappelen achterblijven. ‘Het is een stof die van nature in aardappelen, in feite in alle planten, voorkomt.’ Met ethyleen spelen de drie bedrijven ook in op het intrekken van de toelating van Talent als kiemremmer. ‘Doodzonde natuurlijk, ook omdat het gebaseerd is op karwij. Een natuurlijk product dus eigenlijk’, vindt De Graaf.
De toegediende ethyleen wordt ter plekke in de Potato-e-installatie gemaakt door ethanol tot een bepaalde temperatuur te verhogen. De ethyleen, in gasvorm, wordt daarna de bewaarplaats in geblazen. ‘We hebben met metingen gezien dat het zich goed door de hele bewaarplaats verspreidt. Je vindt overal dezelfde waarde. Tenminste, zolang er geen sprake is van tocht of andere luchtstromen in de bewaarplaats’, vertelt de akkerbouwspecialist. Het gebruik van Potato-e vraagt dan ook geen aanpassing van de bewaarplaats, zolang die redelijk dicht is. ‘We hebben alleen een stopcontact nodig, verder is het plug-and-play.’ Het systeem werkt ook bij zowel mechanische als natuurlijke ventilatie. ‘De ethyleen werkt wel beter als de temperatuur redelijk constant is.’
Dosering luister nauw
Met de plaatsing van de unit voor de productie van ethyleen ter grootte van ‘een bierkrat’ en de sensoren, ‘een schoenendoos’, lijkt het gebruik simpeler dan de werkelijkheid. De dosering luistert nauw, afhankelijk van onder andere ras, conditie van het pootgoed en temperatuur. Potato-e meet naast het ethyleengehalte ook de temperatuur en het CO2-gehalte. Dat laatste vooral om te controleren of de aardappelen in rust blijven. In een portal kunnen de akkerbouwspecialisten de gegevens volgen.
Ze krijgen ook een alarm als er te grote afwijkingen zijn. Voor de metingen en dosering is Potato-e uitgerust met Mac View-apparatuur van Environmental Monitoring Systems (EMS) in het Zeeuwse Sint-Annaland. Dat bedrijf is gespecialiseerd in gas- en stofmetingen in onder andere de glastuinbouw. ‘Ze maken de apparatuur ook helemaal zelf’, schetst De Graaf. Met de sensoren zorgt het systeem voor een constante lage dosering van het ethyleengas.
Wekelijkse ‘finetuning’ vanaf januari
Het blijft bij Potato-e niet alleen bij begeleiding op afstand. Doseren van ethyleen begint in januari, ongeveer negentig dagen voor poten. Vanaf dat moment gaan De Graaf en zijn collega’s elke week langs bij de bewaarplaats voor extra controle en metingen en vooral om de conditie van de pootaardappelen te bepalen en op basis daarvan de dosering van het plantenhormoon te finetunen. Mede door de eigen onderzoeken heeft Hoogland hier steeds meer expertise in opgebouwd. De aanpak leidt tot aardappelen die bij het poten meer en goed afgeharde spruiten hebben. Dat leidt in het groeiseizoen gemiddeld tot 10 tot 15% meer knollen per plant. Ook wordt de sortering egaler, al hangt dat ook af van raseigenschappen, bewaaromstandigheden en het groeiseizoen.
‘Al met al geeft dat een positief rendement van € 750 tot € 1.000 per hectare’, stellen de drie bedrijven die dit systeem samen hebben opgezet. ‘De kosten komen op een 10 tot 15% van het extra rendement’, geeft de akkerbouwspecialist aan. De spruiten buiten laten afharden of kisten omzetten, is niet meer nodig. De pootaardappelen hebben dankzij de ethyleen inclusief de topspruit meerdere stevige en goed afgeharde spruiten die ook vrijwel niet afbreken bij verwerken en poten.
Landelijke dekking
Gebruik van ethyleen heeft een brede toelating. ‘We mogen het bijvoorbeeld ook in consumptieaardappelen of uien gebruiken. Wij leggen ons vooralsnog alleen toe op gebruik in pootaardappelen.’ Daar kunnen de vaste relaties van Hoogland van profiteren. ‘Maar er zijn ook akkerbouwers die ons alleen inschakelen voor Potato-e en verder niet’, ervaart De Graaf. De samenwerking met Ten Brinke in de Noordoostpolder en Theunisse in Steenbergen, in Brabant dicht bij de grens met Zeeland, is ook gericht op een landelijke dekking voor pootaardappeltelers. ‘We zitten samen in de drie belangrijkste pootaardappelgebieden; wij in het Noorden, Ten Brinke in Flevoland en Theunisse in Zuidwest-Nederland’, besluit de aardappelspecialist.
Twee versies: vaste en mobiele unit
De Potato-e komt in twee versies op de markt: een vaste en een mobiele opstelling. De vaste opstelling (zie foto) is geschikt voor één of meerdere cellen en meet, eventueel van buiten de cel, via dunne aanzuigleidingen het ethyleen- en CO2-gehalte. De vaste opstelling heeft wel het voordeel van automatische sensorkalibratie. De mobiele opstelling is eenvoudiger in gebruik en flexibel inzetbaar.




























