Directeur Jan van Hoogen (59) van Agrico zag vorig jaar de dood in de ogen, maar is terug aan het front. Daar strijdt hij voor goede aardappelprijzen én voor behoud van een sterke landbouwsector in Nederland. ‘De pootgoedteelt is niet alleen cruciaal voor Nederland, maar ook voor de rest van de wereld. Dat besef leeft totaal niet in het Haagse.’
Jan van Hoogen werd in 2020 ernstig ziek, als gevolg van een bacteriële bloedvergiftiging. Hij zag de dood dicht voorbij komen, maar redde het. Wel moesten zijn tenen worden
geamputeerd, speciaal schoeisel zorgt ervoor dat hij toch kan lopen. ‘Voor de rest voel ik mij weer helemaal de oude, blij dat ik het heb overleefd.’
Goed u weer in deze gezondheid te zien. Hoe kijkt u terug op het afgelopen aardappeljaar?
‘Voor de poters betalen we € 25,77 per 100 kilogram, voor de consumptieaardappelen € 13,14. De prijzen liggen duidelijk lager dan voorgaande seizoenen. Ook bio valt dit jaar niet mee. Maar we komen dan ook uit een extreme marktsituatie, de invloed van Covid-19 op de afzet van zowel poot- als consumptieaardappelen was enorm. In die context vind ik dat we het hartstikke goed hebben gedaan.’
2020 gaat de boeken in als het slechtste pootgoedprijsjaar sinds 2006.
‘Als ik mij goed herinner is er voor pootgoedmaten sinds 2006 nooit meer onder de € 30 betaald. Met 2018 als absoluut recordjaar, met prijzen van boven de € 40. Nu zorgt Covid-19 dus voor een tegenvaller, maar wel een verklaarbare. In belangrijke afzetmarkten was de situatie slecht, met wegvallende infrastructuren, beperkte beschikbaarheid van financiële middelen en, voor sommige bestemmingen, beperkte beschikbaarheid van containers.
Landen als Cuba, Libanon en werelddelen als Azië en Noord-Afrika importeerden minder. In Europa deden belangrijke afnemers als Spanje, Italië en Portugal een stevig stapje terug.
Goede verkopen tegen hoge prijzen in vroege bestemmingen als Pakistan en Bangladesh verzachten de pijn enigszins.’
Lagere prijzen in extreem coronajaar
De prijzen voor pootgoed- en consumptieaardappelen over afgelopen oogstseizoen liggen duidelijk lager dan normaal. Corona zorgde voor een flinke terugval op diverse markten. Agrico betaalt voor oogst 2020 een gemiddelde pootgoedprijs van € 25,77 per 100 kilo maat 28-op, dus inclusief het bovenmaatse pootgoed. Dat is ruim € 3 lager dan in 2019 en zo’n € 13 lager dan in recordjaar 2018. Per hectare komt de opbrengst uit op € 10.220.
Over boekjaar 2019 was dat € 12.803. De gemiddeld uitbetaalde prijs over de verschillende rassen in de consumptieaardappelteelt voor de maat 0/+, kwam over 2020 uit op € 13,14, exclusief PlanetProof-premie. In 2019 was € 19,23 per 100 kilo. Omgerekend naar hectareprijzen komt 2020 uit op € 6.817 per hectare, vorig jaar was € 9.539 per hectare.
De prijs voor biologische pootaardappelen kwamen uit op € 45,10 per 100 kilo 28/op. Per hectare is dat € 14.190. Vorig jaar was dat € 17.300 per hectare. De biologische consumptieaardappelen kwamen uit op € 28,53 per 100 kilo. Per hectare komt dat neer op € 10.041. Vorig jaar was dat € 13.738 per hectare.
In de consumptieaardappelen ging het niet veel beter.
‘Ook de fritesindustrie in Noordwest- Europa kreeg een flinke tik van corona. Veel aardappels gingen naar de koeien, dat zorgde voor een bodem in de markt van rond de 3 cent. Ik prijs me gelukkig dat inmiddels 95% van onze tafelaardappelen PlanetProof-gecertificeerd zijn. Dat heeft de prijs van tafelaardappelen nog enigszins in de benen gehouden, anders hadden we een grote toestroom gekregen van goedkope fritesaardappelen.’
De schade van een markt die door extreme omstandigheden tijdelijk slecht is, valt te overzien. Verschillende plannen over de toekomst van de landbouw zorgen voor veel meer onrust onder boeren. Hoe kijkt u daar tegenaan?
‘Ik maak me zorgen over de toekomst van de Nederlandse landbouw. De druk op sectoren neemt aan alle kanten toe. Er is een keihard gevecht gaande om de grond, waarin de landbouw het onderspit dreigt te delven. Hadden we eerst alleen te maken met
huizenbouw, nu hebben we ook te maken met natuur, energietransitie met megamolens en zonnepanelen. Hier in Flevoland wordt momenteel € 160.000 betaald voor een hectare grond. Ik vind het volkomen mesjogge om daar zonnepanelen op te zetten, maar het
gebeurt wel.’
Blijkbaar stelt de politiek in Nederland andere prioriteiten.
‘Ik begrijp daar niks van. De pootgoedteelt is niet alleen cruciaal voor Nederland, maar ook voor de rest van de wereld. Het gaat hier om noodzakelijke voedselvoorziening, een eerste levensbehoefte. Als Algerije geen pootgoed meer bij ons kan kopen dan breek daar hongersnood uit. Ik denk dat daar veel te gemakkelijk overheen wordt gestapt.’
Is de landbouwlobby niet sterk genoeg?
‘Via onze brancheorganisaties NAO en Plantum brengen we dit geluid voortdurend naar voren. Maar het lijkt wel of ze het in Den Haag niet willen horen. Die Waddenagenda is
dramatisch, ik heb dat geprobeerd te lezen, 80 bladzijden vol ambtelijke taal. En dan staat er in één klein weggedrukt hoofdstukje over landbouw dat boeren toe moeten naar nieuwe
verdienmodellen, met natuur en campings erbij. Nou, die professionele pootgoedtelers in Friesland slaan compleet op tilt. En dit speelt niet alleen in Friesland, maar ook in Noord-
Groningen. Daar wordt ook weer 600 hectare landbouwgrond opgeofferd voor uitbreiding van de Eemshaven. Daar zitten verdorie allemaal goede pootgoedboeren van ons. Dat baart me zorgen.’
In Den Haag zeggen ze, ach die landbouw, leuk maar dat kan ook wel in het buitenland.
‘Dan probeer ik uit te leggen dat pootgoed, bollenteelt en zaaizaden met hun veredeling in wereldwijde context van cruciaal belang zijn. En daarna zeg ik dat verplaatsing naar het buitenland niet zo eenvoudig is. Neem pootaardappelen. De helft van alle pootgoedexport, bijna 800.000 ton, komt uit Nederland. Dan heb je Schotland met 100.000 ton, Frankrijk
een keer 130.000 ton, Denemarken en Duitsland een beetje, en dan is het op. Nederland heeft het allermooiste klimaat, de allerbeste grond, de allerbeste kweekbedrijven en de
beste infrastructuur van de wereld, we bekleden een sleutelrol in de wereldwijde voedselvoorziening. Maardat besef leeft totaal niet in Den Haag, ze hebben het alleen maar over huizen, datacenters, zonnepanelen en nog wat natuur.’
Er is toch nog wel wat gezond verstand aanwezig in de politiek?
‘Ik krijg daar vanuit Den Haag geen signalen van, absoluut niet. Wij hebben ook een eigen club, ambassadeurs van Plantum, daarin zitten ceo’s van grote zaad- en pootgoedbedrijven. Een aantal keren per jaar komen we bij elkaar in Den Haag. Dan nodigen we Kamerleden uit om het gesprek mee aan te gaan. Maar dan heb je weer verkiezingen gehad en dan verdwijnen er weer een aantal goede landbouwvertegenwoordigers en moet je weer van vooraf aan investeren in nieuwe mensen. Dit maakt onze toekomst veel spannender dan tien, twintig jaar geleden. De ontwikkelingen gaan veel sneller en de druk op de landbouw is veel groter dan toen.’
Hoe speelt Agrico hier op in? Want jullie koersen in je strategie op een verdubbeling van het volume pootaardappelen in 2030.
‘We steken vooral in op buitenlandse licentieteelt. Waar voorheen de focus lag op rassen voor onze telers, gaan we nu ons intellectueel eigendom meer vermarkten. Dat is nodig omdat we veel investeren in ons kweekbedrijf, dat geld moet ook terugkomen. India, Zuid-Amerika, Brazilië, Argentinië en Amerika, dat zijn gebieden waar groei via licentieteelt vandaan moet komen. Ons verdienmodel is de licentie en de inkomsten van de handel zijn voor onze partner. Verder hebben we een aantal succesvolle dochterondernemingen, in
onder andere Frankrijk, Schotland en Polen.’
Merkt u onder uw leden in Nederland ook een mineurstemming?
‘Dat valt mee. Ik heb diep respect voor de energie waarmee onze telers elk jaar weer vol overgave aardappelen telen en afleveren. Terwijl de druk er aan alle kanten stevig op staat. Recent zag ik een presentatie over wat er de komende jaren nog gaat verdwijnen aan gewasbeschermingsmiddelen, daar word je niet vrolijk van.
De administratie die een boer tegenwoordig bij moet houden, is een fulltime baan. En dan moet je ook nog scherp zijn op alle ontwikkelingen, want die gaan razendsnel. Die boeren
moeten tegenwoordig allemaal HBO-denkniveau hebben om het te bolwerken. Ondertussen moet je met kunst en vliegwerk teelten in de benen houden, terwijl ze in Amerika de
aardappelen nog gewoon met zuur doodspuiten. Dat deden wij voor het laatst in de jaren zestig van de vorige eeuw.’
Zullen we vrolijk afsluiten?
‘Laten we dat doen. Het nieuwe oogstseizoen is gestart en ik ben voorzichtig optimistisch, voor zowel de pootgoed als de consumptietelers. De wereld gaat weer open. Een aantal landen dat vorig jaar weinig pootgoed afnam, keert terug op de markt. Verder is er dit jaar door het koude voorjaar amper luizendruk geweest tot 1 juni. Als er goed geselecteerd wordt, kan het best wel eens een mooi jaar worden.’