‘De politiek in Den Haag heeft niet in de gaten hoe belangrijk de landbouw is voor Nederland. Niet alleen sociaal-economisch en strategisch, ook voor het landschappelijk beheer’, stelt akkerbouwer Leo Vogels (36) in Firdgum. Hij wil best meebewegen met maatschappelijke wensen. ‘Als we maar voldoende tijd krijgen.’
Op het raam van de grote bewaarschuur voor aardappelen en uien prijkt een reusachtige portretfoto van de Vogels-mannen: vader Emile, geflankeerd door zijn zoons Leo en Pieter. Het portret is onderdeel van het project Bildtstars en Eigenheimers, een foto- en verhalenroute van Friese akkerbouwbedrijven langs de Waddenkust. De foto is gemaakt in 2018, een jaar nadat het akkerbouwbedrijf werd getroffen door een grote brand. En drie jaar vóórdat Emile Vogels op 4 juni 2021 op 69 jarige-leeftijd door een tragisch ongeval om het leven kwam.
Het verdriet is groot, maar het leven en dus ook het akkerbouwbedrijf wacht op niemand. Ook niet op Emile Vogels. Hij was de charismatische leider van de akkerbouwacties eind jaren 80 en begin jaren 90. Toen de graanprijzen in elkaar donderden, staken op ‘t Bildt een paar bouwboeren de boze koppen bij elkaar. Ze wilden actievoeren. Emile Vogels had bravoure, was welbespraakt en werd hun voorman. Met honderden toeterende trekkers stonden ze in Den Haag én tot op de trappen van het statige landgoed Lauswolt in Oosterwolde, waar de Europtop destijds vergaderde. ‘Heit was voor de duvel niet bang, stond op tegen onrecht, maar had ook oog voor de mensen die het sociaal moeilijk hadden’, vertelt Leo.
Van boer tot ondernemer
Ondernemer was Emile Vogels ook. Op z’n 18e stapte hij in het ouderlijk bedrijf, dat met koeien en aardappelen toen nog gemengd was. De koeien gingen weg en de Vogels specialiseerden zich in akkerbouw. Het bedrijf innoveerde en groeide door de jaren. Ze probeerden met succes nieuwe gewassen als wortelen en ijsbergsla en kochten – als er weer een buurman te koop kwam – regelmatig grond bij. Nu, anno 2022, staat er een modern en gespecialiseerd akkerbouwbedrijf met 300 hectare grond in gebruik. Pootaardappelen is met zo’n 100 hectare in een 1 op 3 bouwplan het belangrijkste gewas. Verder telen ze tarwe, uien, suikerbieten en wat consumptieaardappelen.
Leo Vogels is al een aantal jaren de spil van het pootgoedbedrijf. Hij woont sinds 2015 op de boerderij met z’n vrouw Willeke en inmiddels ook hun dochters Geerte, Griet-Anne en Guusje Emilie. Leo houdt het bedrijf in maatschap met zijn broer Pieter, die na een Rabobank-verleden inmiddels een eigen bedrijf heeft. Dit bedrijf, Moovement, houdt zich bezig met ‘track en trace’ van koeien, wat met name in uitgestrekte gebieden als Australië de boeren helpt op hun vee te passen. Pieter bemoeit zich niet met het technische en operationele gedeelte van het akkerbouwbedrijf, maar brengt financiële kennis en verzorgt de boekhouding.
Pootgoed is het hoofdgewas. De maatschap Vogels teelt vooral voor coöperatie Agrico. Op het land staan rassen als Fontane, Arizona, Manitou en Arsenal. De Spunta telen ze vrij en het ras Electra gaat naar de IPM Potato Group. ‘We kopen de poters in als S en ze gaan weg als E. Dat past het beste bij de manier waarop wij het bedrijf hebben ingericht. Stammenteelt doen we bewust niet. Het is zeer arbeidsintensief en vraagt meer menskracht en specifieke machines. De kans op fouten is vele malen groter. Ik denk dat deze manier van telen beter bij ons past’, zegt Leo.
Kwaliteit en efficiency
Brandschoon staan de dit voorjaar gebruikte machines in de grote werktuigenberging, alweer paraat voor voorjaar 2023. Orde, netheid, secuur werken en vooruit denken, het past bij hoe Leo Vogels het akkerbouwbedrijf runt. Op tijd ploegen. Consequent zijn met spuiten, niet bezuinigen op de litertjes. Een nacht doorrooien voordat er regen komt. Groenbemesters tijdig onderwerken. ‘Ik ga voor kwaliteit en efficiency en daar hoort een strakke organisatie bij.’
Bewaarschuur voor 4.500 kisten
Het visitekaart van het akkerbouwbedrijf van maatschap Vogels is de aardappel- en uienbewaring op basis van zuigventilatie. Deze biedt plaats aan 3.500 kuubskisten met pootaardappelen en 1.000 kisten met uien. ‘Een veel betere logistiek, enorme tijdsbesparing en een veel betere bewaarkwaliteit zorgen ervoor dat de foutenmarge met de nieuwe schuur fors naar beneden is gegaan’, vertelt Leo. De restwarmte van de koeling wordt gebruikt voor de vloerverwarming.
‘Als je hier in de wintermaanden werkt, zijn dat veel betere omstandigheden dan in een koele, donkere loods. Nu is het er warm en licht’, vertelt Leo. Het dak ligt vol zonnepanelen en de loods is gebouwd onder architectuur. De antracietzwarte kleur past goed bij de vaak grijszwarte luchten boven de Waddenzee en de gebruikte hellingsgraden zorgen voor verzinking in het landschap. De plannen voor de nieuwe schuur lagen er al, maar werden versneld door de grote brand in het najaar van 2017. Toen ging met de bewaarloods de totale aardappeloogst in vlammen op.
Meer rooicapaciteit
Paradepaardje in de werktuigenberging is de dit voorjaar gekochte nieuwe Dewulf Enduro, een 4-rijige zelfrijdende zeefbandrooier op banden. Landbouwmechanisatiebedrijf Broekens leverde de machine. Vooral de capaciteit valt op. De 2-delige bunker met afvoerelevator is met een inhoud van 10 ton de grootste in zijn segment. Een ander kenmerk is de hoge manoeuvreerbaarheid. Qua bodemdruk scoort de rooier ook hoog, een uitgekiende gewichtsverdeling over drie assen zorgt daarvoor.
De aankoop is opvallend, omdat de vorige rooier pas anderhalf jaar oud was. ‘Maar dat was een 2-rijïge en dat geeft met 40 hectare uien en 100 hectare pootaardappelen toch wel wat beperkingen, zeker als je niet te vroeg wilt beginnen met rooien en gaat voor de best renderende verhouding tussen in de maat en bovenmaat. De tijd om ze dan goed binnen te halen wordt korter. Dus je moet in een paar weken heel veel doen. Dat betekent dat je jaarlijks een aanslag doet op je medewerkers, die dan dagelijks van 6 uur ’s morgens tot middernacht in de weer zijn. Dan ben je niet duurzaam bezig. Vandaar dat we nu een machine hebben die in kortere tijd meer hectares rooit.’ Maar waarom anderhalf jaar geleden dan geen 4-rijïge rooier gekocht? ‘Omdat ik niet met kiepers door het land wil rijden. Dat is niet goed voor de bodem. Deze rooier heeft een veel grotere bunker ten opzichte van andere 4-rijïge rooiers. Dan kun je de kieper gewoon op het kopeinde neerzetten.’
Goed op grond passen
De Friese akkerbouwer probeert sowieso goed op z’n grond te passen. Hij zaait groenbemesters na de tarwe en er komt eens in de twee of drie jaar vaste mest of compost op de grond. Het stro wordt gehakseld en voor de uien en bieten de grond in gaan, rijdt hij organische mest. De ploeg blijft ook vaker in de schuur, Vogels kiest steeds vaker voor niet-kerende grondbewerking.
Het bedrijf telt vier fte en een flexibele schil van losse arbeidskrachten. De maatschap ruilt grond uit met een melkveehouder en huurt aardappelland van de buurman, met wie ze een goede samenwerking hebben. De man brengt arbeid en technische kennis in het bedrijf. Leo probeert het bedrijf zo efficiënt mogelijk in te richten, maar verliest ook de sociale component niet uit het oog. Het is bijvoorbeeld een reden dat hij vooral jongens uit de buurt inzet. ‘Gezellig even koffie of een biertje drinken, de alledaagse dingen bespreken. En je hoort even wat er speelt in de omgeving. Die sociale component vind ik heel belangrijk en je blijft er zelf ook een leuker mens bij.’
Is het nog leuk om boer te zijn?
Het is half juni en Leo wijst naar buiten, naar de gewassen op de zonovergoten akkers buiten. ‘Ik vind dit de mooiste tijd van het jaar. Je stopt in het voorjaar het begin van een voedselgewas in de grond en dat staat nu te groeien en bloeien, dat is toch fantastisch?’ Hoofdschuddend zegt hij: ‘De Haagse politiek realiseert zich het belang van voedsel totaal niet. Boeren die voedsel produceren zijn voor dit land zowel strategisch, sociaaleconomisch als voor het landschappelijk beheer van een zo veel groter belang dan Den Haag in de gaten heeft. Ik vind het echt niet normaal dat politici gewoon bereid zijn dat op te offeren voor meer verkeer, meer industrie en meer woningbouw. Ze lijken wel stapelgek geworden daar.’
Vogels vindt het terecht dat mensen kritisch kijken naar de hedendaagse landbouw: ‘Je mag van ons op diverse fronten ook verdere verbeteringen verwachten: in bijdragen aan meer biodiversiteit, in mindering van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Maar daarvoor moeten we wel voldoende tijd krijgen. Daarnaast moeten feiten en een redelijke afweging van belangen leidend zijn, niet emoties en halve of zelfs onwaarheden.’ Ook wijst hij erop dat voldoen aan maatschappelijke eisen en wensen in de regel ook verdere schaalvergroting betekent. ‘Om de kosten daarvan te kunnen blijven dragen, is dat gewoon nodig. Slechts een enkeling kan voldoende geld verdienen met een kleinschalig bedrijf in een nichemarkt.’
‘Net tefolle prakeseare’
De maatschap Vogels heeft nog plannen genoeg. Zo hoopt het bedrijf de komende jaren te groeien van 300 hectare grond in beheer naar 300 hectare grond in eigendom. Nu is dat 220 hectare eigendom en 40 hectare vaste pacht. Ook sluit Willeke niet uit om in de toekomst op het bedrijf iets te doen met zaalverhuur en groepsontvangst in een landelijke omgeving. Ondanks de bedreigingen die van alle kanten op de landbouw afkomen, zijn ze vastbesloten om met het boerenbedrijf een mooie toekomst te bouwen. Leo sluit af met de woorden van zijn vader. ‘Net tefolle prakeseare, gewoan trochsette.’ Oftewel: ‘Niet te veel piekeren, gewoon doorzetten.’