Na een periode van sluimerende aanwezigheid gebruikt Agrico het merk BioSelect sinds kort weer volop richting telers en afnemers. De herintroductie moet benadrukken dat de aardappelen van Agrico van kiem tot knol biologisch zijn, iets wat op de internationale markt lang niet overal het geval is.

‘Wij vinden biologisch zo belangrijk dat we een aparte focus willen hebben met BioSelect. Onder de grote vlag van Agrico komt ons biologische product minder goed naar voren.’ Dat zegt Mark Zuidhof, manager operations bij Agrico. Hij werkt samen met zijn collega’s aan een grotere herkenbaarheid van de biologische aardappelen van het pootgoedhandelshuis. De boodschap die Agrico wil uitdragen is dat er in de biologische teelt ‘van kiem tot eindproduct’ een kwaliteitsproduct wordt geleverd. Om die reden wordt het merk BioSelect nu opnieuw geïntroduceerd.

Retail kan helpen

Na een periode van sluimerende aanwezigheid gebruikt Agrico het merk weer volop richting telers en afnemers. De Next Generation-rassen van Agrico passen helemaal bij de BioSelect-producten, zegt Zuidhof. Maar vooral de extra aandacht voor de complete biologische oorsprong van BioSelect verdient aandacht, vindt hij. ‘Wij werken in de afzet op een Europese markt, waar de spelregels niet overal zo streng zijn als in ons eigen land.’ Het zou volgens Zuidhof helpen als de retail de pure afkomst van de BioSelect-aardappelen zou ondersteunen, door een voorkeur voor op deze manier gekweekte en geteelde soorten te hebben. ‘Het draait ook niet alleen om resistentie tegen phytophthora, maar ook om schilkwaliteit, kooktype, opbrengend vermogen, verwerkingskwaliteit en een goed saldo voor de telers. Voor dat laatste heb je die resistenties natuurlijk nodig.’

Van 20 naar 8% niet-robuust

Vorig jaar was een moeilijk jaar voor de biologische telers. Door de snelle ontwikkeling van de aardappelziekte, moesten telers vaak genoegen nemen met lage opbrengsten. Zelfs resistente rassen kwamen minder ver dan normaal. Het onderstreept volgens Zuidhof het belang van de keuze voor sterke rassen en andere aspecten die samen de teelt weerbaarder maken. ‘Vorig jaar werkten de telers nog met 20 procent niet-robuuste rassen. Dit jaar gaan we heel snel naar maar 8 procent.’ De telers willen af van risico’s in schimmelgevoelige jaren en pakken samen met de coöperatie door op het pad naar nieuwe resistente rassen.

Die nieuwe rassen worden steeds beter. ‘Agrico heeft betere resistenties in de rassen die nu onder nummer staan. Wat komt is zeer veelbelovend. De resistentiedoorbraken die vorig jaar de teelt zo moeilijk maakten, zijn niet verloren. Het hangt sterk af van de actieve stammen van de ziekteverwekker in een jaar. Door te stapelen met resistenties kunnen we het langer volhouden.’

Bio versus gangbaar

De gangbare teelt schuift op naar een geïntegreerde aanpak, waarin biologische strategieën een plaats krijgen. Bio en gangbaar bijten elkaar echter niet, zegt Zuidhof. ‘Je ziet meer bovenwettelijke eisen in gangbaar, dat wel. Biologisch blijft toch bestaan. De biologische telers doen steeds een stapje verder en ik denk dat de bewuste consument blijft kiezen voor biologisch geteelde aardappelen, zelfs als beide teelten dichter bij elkaar komen te staan in duurzaamheid.’

De lat ligt hoog bij de rasontwikkeling voor biologische aardappelen. Daarbij zal de veredeling altijd heel breed naar de eigenschappen van de rassen kijken. ‘Wij ontwikkelen steeds meer rassen naast die voor de retail, bijvoorbeeld voor de verwerking. Daarom komen wij met rassen speciaal voor frites of chips. Dat waren vroeger kleine en onvoorspelbare markten en je kon van een Agria alles maken. Nu gaan we naar stabielere volumes en een chipsras als Beyonce of een fritesras als Nirvana wordt aantrekkelijk voor verwerkers. Als grootste biologisch handelshuis in dit segment blijven we voortdurend innoveren om de voorsprong te borgen.’

Marien Poppe: ‘BioSelect is hoge kwaliteit van begin tot eind’

Marien Poppe: ‘We zijn met de rassen opgeschoven naar meer resistenties, waarin Agrico met haar rasportfolio voor elk marktsegment een ras kan bieden.’

Marien en Joos Poppe uit Nagele telen sinds 2003 biologisch. Pootaardappelen zijn een belangrijk gewas voor de broers. De naam BioSelect is volgens Marien Poppe weer terug op de zakken van Agrico om te onderstrepen dat de kwaliteit van de biologische keten bij dit product van begin tot eind hoog is. ‘We zijn met de rassen opgeschoven naar meer resistenties, waarin Agrico met haar rasportfolio voor elk marktsegment een ras kan bieden. Het begon voor ons met het ras Toluca. Daarna volgden meer robuuste rassen met goede marktpotentie en geschikt voor chips, frites en de retail.’ En het blijft niet bij alleen phytophthoraresistentie. ‘Robuust is ook goede knolzetting, beter bestand tegen virus. Dankzij de resistenties is er een grotere kans op uitgroei. Dit jaar verwacht ik dat dit weer gaat slagen. We zijn nu zo ver in het seizoen dat er genoeg onder komt.’

Het bouwplan van de broers is een 1 op 6 rotatie met een derde grasklaver en luzerne erin. ‘We beginnen met pootaardappelen, daarna een groenbemester, dan winterpeen, dan grasklaver, uien, witlofpennen en als laatste luzerne en weer van voor af aan’, zegt Marien Poppe. Op het perceel aan de Zuidwesterringweg, waar verschillende Agrico-rassen van Poppe staan, is begin juli het eerste loof al gebrand. Andere rassen mogen nog even door omdat de knollen nog niet helemaal aan de maat zijn. Poppe graaft een plant uit en toont een goed tal, maar nog net wat te kleine knollen. ‘Dankzij goede resistenties is de phytophthora beheersbaar en kunnen ze wat langer op het veld staan. Vorig jaar was een moeilijker jaar. Sommige resistentie rassen kregen toch de aardappelziekte. De niet-resistente rassen deden het nog slechter.’

De resistente rassen durft Poppe wat gemakkelijker uit de bron te beregenen. Andere rassen zouden door het natte blad net wat te vatbaar voor schimmels worden. Het succes van de teelt begint volgens de akkerbouwer bij het op orde hebben van de bodem en de gestage groei. De 55 hectare BioSelect pootaardappelen van de rassen Twinner, Twister, Alouette, Levante, Carolus, chipsras Beyonce en frietras Nirvana gaan vooral naar West-Europese en Scandinavische bestemmingen. Poppe Landbouw teelt nog maar een klein areaal niet-robuuste Agria en Ditta. ‘Ik hoop dat BioSelect de biologische Agrico-telers helpt om een sterke focus op de markt en de kwaliteit van biopootgoed te geven.’

Vorig artikelVeel technieknieuws op zonovergoten Biovelddag
Volgend artikelBodemisch Food claimt aardappelen met meer inhoud