‘Wie niet durft te verdwalen, vindt nooit een nieuwe weg.’ Het is het levensmotto van een legende bij het leven, biologisch akkerbouwer Durk van der Schaaf (90) uit Bitgummole. Zijn leven en denken zijn vastgelegd in het boek: ‘It roer moat yn it wetter bliuwe’.

Durk van der Schaaf was al vroeg biologisch boer. Vader Sybren runde in Bitgummole een akkerbouw-bedrijf en was aardappelkoopman. Daarnaast richtte hij in 1951 aardappelveredelingsbedrijf FOBEK op, Foar Boer En Keapman, oftewel Voor Boer en Koopman. De interesse voor de wereld buiten zijn dorp zat er bij de jonge Durk al vroeg in. Dat ontstond op de lagere school, toen hij iedere week een paar centen in het collectebusje voor de zending doneerde. Ook de oude schoolplaten over ´zwarte mensen in de arme landen in Afrika´ deden hem fantaseren hoe die wereld er daar uit zou zien. Toen hij op 18-jarige leeftijd werd opgeroepen voor de dienstplicht, draaide hij het zo dat hij over werd geplaatst naar de tropeninfanterie. Zo belandde hij op de Antillen en in Suriname. Eigenlijk begint daar zijn pionierstocht naar duurzame landbouw, eerlijke handel en respect voor boeren in ontwikkelingslanden.

Start van het pionieren

Terug in Friesland ging Durk op 21-jarige leeftijd akkerbouw- en groentegewassen verbouwen. Hij twijfelde al vroeg over de noodzaak van het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen in relatie tot de gezondheid van de bodem en de mens. ‘Vergif en eten, dat kan eigenlijk niet.’ Geen idee had Durk toen hij begon te experimenteren met onbespoten en zonder kunstmest gegroeide groente. Maar hij hield zich vast aan een van zijn levensmotto’s: ‘Wie niet durft te verdwalen, vindt nooit een nieuwe weg.’ Ingenieur Jan Haisma uit Burgum bood hem in 1966 die nieuwe weg. De biologisch tuinder annex koopman vroeg hem aardappelen en groenten te leveren voor zijn winkels in Leeuwarden en Groningen.

‘Ik ben altijd een linkse boer geweest, een van de weinigen’

Durk ontdekte dat je zonder kunstmest gezondere en weerbare planten kreeg, die tegen een stootje kunnen. Ook experimenteerde hij met strokenteelt, toen al. Toegegeven, het was niet vanaf dag één rozengeur en maneschijn. Dikwijls hield hij zijn hart vast als virussen zijn gewassen eerder aanvielen dan gewenst. Toch kreeg hij na verloop van tijd het biologisch boeren beter in de vingers. Dat de bodemvruchtbaarheid zienderogen verbeterde, sterkte hem in de gedachte dat hij op de goede weg zat.

Een linkse boer

Stiekem voelde Durk zich aangetrokken tot de biologische-dynamische landbouwmethode. Maar opgegroeid in een gereformeerde omgeving, was dat, zeker voor die tijd, een stap te ver. Durk zocht daarom zijn eigen weg in ‘gewoon experimenteren met biologische landbouw’. Ook politiek worstelde hij lange tijd. Toen de gereformeerde ARP in 1980 opging in het CDA, stapte hij over op de PPR van de progressieve christen-radicalen, die later weer opging in GroenLinks. ‘Ik ben altijd een linkse boer geweest, een van de weinigen.’ Zijn visie berustte niet op groei, maar op draagkracht. Daarom werd zijn bedrijf nooit groter dan 20 hectare, zelfs toen er in de ruilverkaveling van de jaren tachtig ruimte was om flink door te groeien. ‘Groei gaat altijd ten koste van anderen.’

Over de schrijver Bjorn de Jong

 

Bjorn de Jong (1993) is geboren en getogen in Bitgummole. Op 19-jarige leeftijd vertrok hij naar Groningen voor de studie Geschiedenis. Na omzwervingen over de wereld in onder andere Afrika startte hij in Utrecht met de Master IDS,  International Development Studies. Zijn afstudeerscriptie ging over het effect van biologische landbouw op het platteland van Senegal. In de coronatijd kon hij in Utrecht geen colleges volgen, maar wel digitaal vanuit Harlingen. Hij fietst in die tijd regelmatig naar zijn ouders in Bitgummole. Hij zoekt contact met zijn dorpsgenoot Durk van der Schaaf, om gesprekken te voeren over hun wederzijdse belangstelling voor duurzaamheid,  wereldwijde voedselzekerheid en de rol die biologische landbouw daarin kan spelen. Het leidde tot een boek van 125 bladzijden, te bestellen voor € 12,50 bij sjoerddehoop1@gmail.com.

De pionier die hij is, hielp hem niet alleen teelttechnisch, maar ook sociaal-maatschappelijk vooruit. In 1970 werd Durk van der Schaaf directeur van de FOBEK. Zo reisde hij de wereld over. Hij bezocht boeren in Bolivia, Indonesië, Kenya, Brazilie, Zuid Afrika en Egypte. De reizen hielpen hem verder in zijn denken. Hij voelde een ‘drive’ om de biologische, liever nog de ecologische manier van boeren en het principe van eerlijke handel bestuurlijk en maatschappelijk verder bekend te maken. Discipelenwerk. Stapje voor stapje kwam hij vooruit. Zo was Durk medeoprichter van de Nederlandse Vereniging van Ecologische Landbouw (NVEL). Prompt werd hij ook de allereerste voorzitter. De Stichting Ecomerk Controle (SEC) kwam mede door zijn toedoen tot stand. Hij was een van de motoren van het landelijk Platform voor Biologische Landbouw, de voorloper van Biologica en later Bionext.

Dicht bij natuur blijven

Langzaamaan groeide Durk van der Schaaf uit tot missionaris voor een landbouw die zo dicht mogelijk bij de natuur probeert te blijven. In het lezenswaardige interview in de Leeuwarder Courant van 3 november 2024 valt te lezen: ‘Over tien jaar zijn de meeste boeren wel’, dacht Durk van der Schaaf, toen hij in 1966 overschakelde. ‘Ik dacht: ze snappen wel dat het zo niet verder kan. Maar dat is mij erg tegengevallen.’

Vijftien jaar geleden stopte hij met het verbouwen van aardappelen, wortels, uien en andere gewassen. Meer dan een halve eeuw legde hij zijn ziel en zaligheid in zijn missie: de hoop op een landbouw zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Zijn levensverhaal is feitelijk een samenvatting van alle huidige discussies die gaande zijn. Discussies rondom gewasbeschermingsmiddelen. Het verdelingsvraagstuk tussen rijke en arme landen. Bulk produceren voor de wereld of of kwaliteitsvoedsel voor eigen regio? Durk kan gezien worden als een voorbeeld voor de nieuwe generatie boeren die nieuwe wegen durft te zoeken. Maar ook als iemand die niks op heeft met polarisatie. Zijn opvattingen leverden hem veel discussies op met gangbare collega’s. ‘Maar we bleven altijd in gesprek en naar elkaars argumenten luisteren. Alleen dan kun je samen stappen maken om verder te komen.’

Vorig artikel‘We gaan opnieuw fors omhoog in uitbetalingsprijs’
Volgend artikel‘Niscoo prikkelt en verrast’